EN - H3 - TW2
Grammatica
Present Perfect
De present perfect maak je met de regel: have/has + voltooid deelwoord. Voor de ontkenning gebruik je haven’t/hasn’t. Bij regelmatige werkwoorden maak je het voltooid deelwoord met de regel: hele werkwoord + -ed. De onregelmatige voltooid deelwoorden moet je kennen (lijst op blz. 288 in je boek).
Je gebruikt de present perfect:
-
als iets in het verleden is gebeurd en nog steeds voortduurt.
They have lived in Rotterdam since 2013. -
als iets in het verleden is gebeurd en de nadruk ligt voornamelijk op het resultaat van de gebeurtenis uit het verleden
I have broken my leg, so I can’t go swimming. -
als iets in het verleden is gebeurd, maar je weet niet exact wanneer, of dit is niet belangrijk
Have you heard the news?
Can, could, to be able to, to be allowed to
Iets is mogelijk
Om te zeggen dat iets mogelijk is, kun je can of could gebruiken.
- Can gebruik je als iets waarschijnlijk is
This can be tricky. Dit kan lastig zijn.
- Could gebruik je als iets minder waarschijnlijk is
This could be tricky. Dit zou lastig kunnen zijn.
Vaardigheid, mogelijkheid of vermogen om iets te doen
Om te zeggen dat je iets kunt, kun je can**, **could **of **to be able to gebruiken.
-
Can gebruik je alleen in de present simple.
I can ride a bike. Ik kan fietsen. -
Could gebruik je als voor iets dat je mogelijk kan, en soms als verleden tijd van can.
I could ride a bike. Ik zou kunnen fietsen.
- To be able to kun je in alle werkwoordstijden gebruiken.
I am able to ride a bike. Ik kan fietsen.
Toestemming om iets te doen
Om te zeggen dat iets mag, kun je can**, **could **of **to be allowed to gebruiken.
-
Can gebruik je alleen in de present simple.
My mom says I can buy some candy. Mijn moeder zegt dat ik snoep kan kopen. -
Could gebruik je soms als verleden tijd van can.
My mom says I could buy some candy. Mijn moeder zegt dat ik snoep zou kunnen kopen.
- To be allowed to kun je in alle werkwoordstijden gebruiken.
I am allowed to buy some candy. Ik mag wat snoep kopen.
Een beleefde vraag stellen
Om beleefd te vragen of iets mag of kan, gebruik je can of could, soms in combinatie met please. Could is beleefder dan can.
Have to, must, should
-
Have to kun je gebruiken om aan te geven dat iets moet (informeel)
We have to go home when our parents tell us to do so. -
Must gebruik je, net als have to, om aan te geven dat is moet, maar het klinkt formeler en dwingender. Je gebruikt must vooral voor wetten, regels en bevelen, dus als iets echt belangrijk is.
You must take your medicine. -
Must kun je ook gebruiken als iets logisch is: iets zou niet ander kunnen. In dit geval kun je geen have to gebruiken.
He must be ready now. -
Should gebruik je als iets zou moeten, of iets is belangrijk. Je gebruikt should in adviezen.
You should not eat that food.
Woordenlijst
artificial | kunstmatig | to fold | vouwen |
---|---|---|---|
avenue | brede straat | barn | schuurpapier |
to be founded | gesticht worden | conditions | omstandigheden |
community | gemeenschap | to disinfect | ontsmetten |
council | gemeenteraad | (farm) machinery | (landbouw)machienes |
high-rise | hoog gebouw | fence | hek |
inhabitant | inwoner | guideline | richtlijn |
to name after | (ver)noemen naar | to harvest | oogsten |
outskirts | buitenwijken | hazard | gevaar |
residential | woon- | to herd | hoeden |
run-down | vervallen | isolated | geisoleerd |
to settle | zich vestigen | limited | beperkt |
storey | verdieping | to operate | bedienen |
suburb | buitenwijk | protective | beschermend |
urban | stedelijk | remote | afgelegen |
outdoor | buiten- | rural | landelijk |
indoor | binnen- | surrounded by | omringd door |
neighbourhood | buurt | wheat | tarwe |
company | gezelschap | stream | beekje |
hangout | hangplek | to protect | beschermen |
capital | hoofdstad | to consist of | bestaan uit |
block | huizenblok | crop’s | gewassen |
youth | jeugd- | cottage | huisje |
cafe | restaurantje | to grow | kweken; verbouwen |
issue | probleem | lane | laantje |
location | locatie | to run | leiden |
society | maatschappij | to include | omvatten |
to design | ontwerpen | track | to include |
public | openbaar | countryside | platteland |
local | plaatselijk | to pick | plukken |
recreation | recreatie | gate | poort |
region | regio | to fix | repareren |
to suggest | voorstellen | cattle | vee |
safety | veiligheid | to spoil | verpesten |
arts and crafts | kunstnijverheid | peaceful | vredig |
complicated | ingewikkeld | to be conscious of | zich bewust zijn van |
fair | braderie; kermis | dishcloth | vaatdoekje |
ruler | liniaal | packed | propvol |
sketch | schets | rubbish | afval |
skilful | vaardig | schedule | schema |
sticky tape | plakband | spotless | brandschoon |
stunning | prachtig | thorough | grondig |
tutorial | instructiefilmpje | to trade | ruilen |
vibrant | fel; levendig | utility room | bijkeuken |
to dip | dopen | (kitchen) counter | aanrecht |
elastic band | elastiek | to wipe off | afvegen |
to smooth | glad maken | turn | beurt |
cardboard | karton | to walk the dog | de hond uitlaten |
paintbrush | kwast | to lay the table | de tafel dekken |
glue | lijm | to mop | dweilen |
ribbon | lint | cooker | (gas)fornuis |
scissors | schaar | to cut the grass | grasmaaien |
sandpaper | schuurpapier | (household) chore | (huishoudelijk) klusje |
marker | stift | to make your bed | je bed opmaken |
to cut out | uitknippen | mess | rommel |
to tie | vastbinden | dust | stof |
to connect | verbinden | to vacuum | stofzuigen |
file | vijl | to iron | strijken |
dirt | vuil |
Zinnenlijst
Welke materialen heb je nodig om zoiets te maken? | What materials do you need to make something like that? |
---|---|
Wat voor soort verf zou je daarvoor gebruiken? | What kind of paint would you use for that? |
Wat is de beste manier om die stippen te maken? | What’s the best way to make those dots? |
Dus hoe moet ik beginnen? | So how do I start? |
Maakt het uit wat voor verfje gebruikt? | Does it matter what kind of paint you use? |
Kun je me laten zien hoe het moet? | Can you show me how it’s done? |
Om te beginnen heb je een schildersdoek en wat verf nodig. | To start with, you need a canvas and some paint. |
Als je papier gebruikt, is acrylverf het beste. | When you use paper, acrylic paint is the best. |
Er zijn speciale pennen voor, maar de achterkant van een penseel werkt ook. | There are special pens, but the back of a paintbrush works too. |
Dit is wat je moet doen: eerst trek je een lijn rondom je sjabloon. | Here’s what to do: first, you trace your stencil. |
Wat je doet is: je zet een grote stip in het midden en werkt naar buiten toe. | The way to go about it is to put a big dot in the middle and work outwards. |
Sorry, ik bedoelde geen hamer, ik bedoelde een metaalzaag. | Sorry, I didn’t mean a hammer, I meant a hacksaw. |
Laat ik het zo uitdrukken: het zou een slecht idee zijn. | Let me put it this way: it would be a bad idea. |
Ik bedoel dat het er met versiering nog beter zou uitzien. | What I mean is that it would look even better with decoration. |
Ik probeer te zeggen dat het makkelijk is om een didgeridoo te maken. | What I’m trying to say is that making a didgeridoo is easy. |
Met andere woorden: bijenwas is beter voor je huid. | In other words: beeswax is better for your skin. |
Eerst pakje een lang stuk buis. | Firstly, you get a length of tubing. |
Dan zaag je er met een metaalzaag een stuk af. | Secondly, you cut off a piece with a hacksaw. |
Tot slot maak je een mondstuk en bevestig je het aan de buis. | Finally, you make a mouthpiece and attach it to the tube. |
Probeer de metaalzaag recht te houden. | Try to keep the hacksaw straight. |
Vergeet niet je veiligheidsbril op te zetten. | Don’t forget to put on your safety goggles. |
Je zou vandaag echt je kamer moeten opruimen. | You should really tidy your room today. |
Je moet eraan denken het vuilnis buiten te zetten! | You must remember to put the dustbin out! |
Vergeet niet dat je je fietsband nog moet plakken! | Don’t forget that you still have to fix the tyre on your bike! |
Kun jij vandaag alsjeblieft de boodschappen doen? | Can you please do the shopping today? |
Goed, maar alleen als jij dan voor mij de afwas doet. | All right, but only if you’ll do the washing-up in return. |
De tafel afruimen wordt jouw verantwoordelijkheid. | Clearing the table will be your responsibility. |