EN - H5 - TW3
Grammatica
Future
Om te praten over de toekomst kun je gebruik maken van de present simple, de present continuous, shall/will of to be going to.
Present Simple
Hele werkwoord (+s bij he/she/it)
De present simple gebruik je voor dingen die volgens schema gaan gebeuren.
The plane departs at 8.30 p.m. Het vliegtuig vertrekt om 20:30 uur.
The tour starts on the first floor. De rondleiding start op de eerste verdieping.
Present Continuous
Vorm van to be + hele werkwoord + -ing
De present continuous gebruik je voor dingen die gepland zijn en bijna zeker gaan gebeuren, omdat er bijvoorbeeld al dingen voor zijn geregeld.
They are organizing a big festival. Zij zijn een groot festival aan het organiseren.
Sadly, Bram isn’t coming today. Helaas komt Bram niet vandaag.
To be going to
To be going to + hele werkwoord
Je gebruikt to be going to + hele werkwoord …
-
Als het plan al bestond voor het gesprek
We are going to make a video. Wij gaan een video maken. -
Bij een voorspelling gebaseerd op een aanwijzing
Look at those clouds! It is going to rain. Kijk naar die wolken! Het gaat regenen.
Will of shall
Will + hele werkwoord
Je gebruikt will + hele werkwoord …
-
Als het plan ontstaat tijdens het gesprek.
I’ll get you something to drink, if you’re thirsty, Ik haal drinken voor je als je dorst hebt. -
Bij een voorspelling gebaseerd op een mening
I think the show will be great. Ik denk dat de show geweldig zal zijn. -
Bij een spontaan aanbod, weigeringen, beloftes, voorstellen of verzoeken.
Will you give me that bag? Wil je die tas aan mij geven? -
Bij feiten
Tomorrow, it will be Sunday. Morgen wordt het zondag. -
Bij onzeker over de toekomst
I think I’ll stay home today. Ik denk dat ik vandaag thuis blijf.
Shall + hele werkwoord
Je gebruikt shall + hele werkwoord …
- Bij een voorstel in de vraagvorm met I of We als onderwerp
Shall I give this key to him? Zal ik hem deze sleutel geven?
If-sentences: first conditional
De first conditional gebruik je om aan te geven dat iets waarschijnlijk gebeurt, als aan een voorwaarde wordt voldaan.
Een conditional bestaat uit een if-zin en een hoofdzin. De if-zin staat in de present simple, in de hoofdzin gebruik je will + hele werkwoord.
If you make your homework, the teacher will be happy.
Je kan de zinsdelen ook omdraaien.
The teacher will be happy, if you make your homework.
Adjectives and adverbs
Een adjective (bijvoeglijk naamwoord) zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Een adverb (bijwoord) zegt iets over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord of een hele zin.
Een bijwoord maak meestal door -ly achter een bijvoeglijk naamwoord te zetten. Soms moet je iets veranderen: sure → surely, quick → quickly, easy → easily, good → well.
Woordenlijst
admission | toegangsprijs | safety goggles | veiligheidsbril |
---|---|---|---|
advisable | aan te raden | sanctuary | asiel |
angle | hoek | scavenger | aaseter |
appliance | apparaat | shoplifting | winkeldiefstal |
beam | balk | screwdriver | schroevendraaier |
booth | kraampje | securely | stevig |
burglary | inbraak | shooting gallery | schiettent |
cage | kooi | slide | glijbaan |
carnivore | vleeseter | species | diersoort |
chick | kuiken | spectator | toeschouwer |
chicken wire | gaas | stand | tribune |
coat | laag | suspect | verdachte |
conservation | behoud | suspicious | verdacht |
crime | misdaad | theft | diefstal |
criminal | crimineel | threatened | bedreigd |
cub | welp | thrill ride | spannende attractie |
damage | schade | ticket window | loket |
detective | rechercheur | to abandon | in de steek laten |
dimensions | afmetingen | to assemble | in elkaar zetten |
disease | ziekte | to be stuck | vastzitten |
electricity | elektriciteit | to bend | buigen |
endangered | (met uitsterven) bedreigd | to break down | kapot gaan |
equipment | uitrusting | to break in | inbreken |
event | gebeurtenis, evenement | the bush | de wildernis |
exotic | exotisch | to capture | vangen |
extinction | uitsterven | to care for | zorgen voor |
festive | feestelijk | to celebrate | vieren |
float | carnavalswagen | to commit | begaan |
gaudy | opzichtig | to decorate | schilderen, verven, behangen |
guilty | schuldig | to drill | boren |
hammer | hamer | to feed | voeren |
haunted house | spookhuis | to force | openbreken |
herbivore | planteneter | to insult | beledigen |
hippo(potamus) | nijlpaard | to intervene | ingrijpen |
innocent | onschuldig | to mark | markeren, aftekenen |
investigation | onderzoek | to measure | meten |
ivory | ivoor | to poach | stropen |
leopard | luipaard | to put down | afmaken |
lost property office | gevonden voorwerpen | to raise | grootbrengen |
measure | maatregel | to release | vrijlaten |
merry-go-round | draaimolen | to report | aangeven |
nail | spijker | to rescue | redden |
offence | overtreding | to sand | schuren |
omnivore | alleseter | to saw | zagen |
onlooker | toeschouwer | to screw | schroeven |
participant | deelnemer | to stain | beitsen |
performer | artiest | to staple | nieten |
pickpocket | zakkenroller | to steal | stelen |
plain | onbewerkt | to trim | bijsnijden, -knippen |
pliers | tang | to varnish | lakken |
plywood | spaanplaat | to witness | getuige zijn van |
precaution | voorzorgsmaatregel | token | muntje |
predator | roofdier | tool(s) | (stuk) gereedschap |
prey | prooi | toxic | giftig |
rare | zeldzaam | tusk | slagtand |
reclaimed | hergebruikt | vandalism | vandalisme |
refund | geld terug | victim | slachtoffer |
reserve | reservaat | violent | gewelddadig |
reward | beloner | vulnerable | kwetsbaar |
rhino(ceros) | neushoorn | wire cutters | draadkniptang |
Zinnenlijst
Het is jammer dat we de optocht niet konden zien. | It’s a pity that we couldn’t see the parade. |
---|---|
We waren teleurgesteld omdat we de kostuums niet konden zien. | We were disappointed that we couldn’t see the costumes. |
Ik keek zo uit naar de muziek. | I was so looking forward to the music. |
Jammer dat we de optocht hebben gemist. | Too bad we missed the parade. |
Ik wilde dat het beter weer was. | I wish the weather had been better. |
Ik was blij zo veel bezoekers van buiten de stad te zien. | Why did it have to rain? |
Ik was erg tevreden met de kwaliteit van de muziekgroepen. | I was quite happy about the quality of the minstrel groups. |
Ik vond vooral de solist die een komisch liedje zong erg goed. | I especially loved this soloist, who was singing a comical song. |
Het is heerlijk om te zien dat iedereen zo veel plezier heeft. | I’m delighted to see everyone having so much fun. |
Het was een heel bevredigende ervaring. | It was a very satisfying experience. |
De hele dag was gewoon perfect. | The entire day was just perfect. |
Ik zal je vertellen wat er gisteren op de kermis is gebeurd. | Let me tell you what happened at the fun fair yesterday. |
Het liep allemaal mis toen we in de botsautootjes wilden gaan. | It all started to go wrong when we wanted to go on the bumper cars. |
In eerste instantie vond ik de achtbaan een beetje kinderachtig. | At first, I thought the rollercoaster was a bit childish. |
En wat denk je? Hij weigerde! | And what do you think? He refused! |
Als klap op de vuurpijl verloor ik mijn sleutels. | To top it all off, I lost my keys. |
En het mooiste was: ik kwam mijn vriendin Zara tegen! | And the best thing was: I ran into my friend Zara! |
Bleek dat de uitbater van het reuzenrad hem was kwijtgeraakt. | Turns out the owner of the Ferris wheel had lost it. |
Om een lang verhaal kort te maken: er kwam ruzie van. | To cut a long story short: there was a fight. |
Dus eigenlijk zeg je dat het een ramp was. | So what you’re saying is that it was a disaster. |
Kortom: ik vond het carnaval echt geweldig. | So in short: I absolutely loved the carnival. |
Dus als ik je goed begrijp zijn jullie geen vrienden meer? | So if I understand you correctly, you aren’t friends anymore? |
Al met al zou ik het de ergste dag van mijn leven noemen. | On balance, I’d say it was the worst day of my life. |
Kortom: het was eerst saai, maar aan het eind werd het beter. | To summarize: it was boring at first, but it got better in the end. |