GS - SO 2.1 &2.2
Kritiek en onrust in de kerk
Een humanist (bijvoorbeeld Desiderius Erasmus van Rotterdam) is een persoon die…
-
kritiek uitte op de katholieke kerk
-
teksten uit de oudheid (griekse en romeinse tijd) bestudeerd
-
oude teksten (waaronder de bijbel) vertaalde
-
vaak filosoof, geleerde of onderzoeker was
De kritiek van Erasmus op de katholieke kerk bestond voornamelijk uit
-
de hebzucht, domheid en het rijkdom van de kerk
-
het machtsmisbruik door de kerk
-
de celibaatschending: priesters en bisschoppen trouwden terwijl dat niet mocht
Door de kritiek van Erasmus waren minder mensen ook bang om hun kritiek te uiten, en veel mensen verloren het vertrouwen in de rooms-katholieke kerk.
De reformatie of hervorming is het splitsen van de katholieke kerk in 2 delen: de katholieken en de protestanten. Deze splitsing gebeurt door de kritiek van Maarten Luther. De reformatie is ook een geloofsoorlog tussen de katholieken en de protestanten (de groep van Luther).
Door de vertaling van Luther van de bijbel in het Duits, kwam hij erachter dat de katholieke kerk veel dingen deed die eigenlijk verboden waren in de bijbel. Bijvoorbeeld de aflatenhandel: de handel in briefjes die, volgens de katholieke kerk, je tijd in het vagevuur verkortte. Met deze handel verdiende de katholieke kerk veel geld ten koste van de gelovigen.
Na Luther kwamen er namelijk meer hervormers. De belangrijkste van hen was de Fransman Johannes Calvijn (1509-1564). In de Zwitserse stad Genève, waar hij op uitnodiging van het stadsbestuur verbleef, stichtte hij in 1559 een school om predikanten (iemand die in een protestantse kerk de dienst leidt) op te leiden. Calvijn legde veel meer dan Luther de nadruk op Gods almacht: volgens hem had God al van tevoren bepaald welke mensen na hun dood naar de hemel zouden gaan en wie naar de hel. Ook was Calvijn veel strenger. Uiteindelijk ontstonden er verschillende protestantse kerken.
De Nederlanden: Bestuur
De Nederlanden bestonden uit relatief rijke steden. In 1515 werd Karel V de landsheer van de Nederlanden. Karel V is een Spaanse Keizer. In het diagram zie je het bestuur van de Nederlanden. Karel V is de eigenaar van het land. Hij doet zelf het bestuur niet, maar dit wordt gedaan door de landvoogd(es). Hij/zij staat in contact met de gewesten.
De gewesten zelf hebben privileges: ze mogen hun zelf besturen. Om aan geld te komen, bijvoorbeeld voor het voeren van oorlog, moesten de landsheren steeds met ieder afzonderlijk gewest onderhandelen over de belasting. Dat gebeurde in de gewestelijke Staten. In de Staten zaten de voornaamste edelen, geestelijken en afgevaardigden van de steden van het gewest. Pas wanneer de landsheer hun oude privileges wilde bevestigen of nieuwe wilde geven, waren de Staten bereid hem de belasting te betalen. Dit systeem vinden de Nederlanders fijn, want de beslissingen die invloed op hun hebben worden lokaal genomen.
Voor de landsheer waren de privileges en eigen regels van de gewesten niet handig, want het maakte het besturen erg lastig. Karel centraliseerde daarom het bestuur van de Nederlanden. De Nederlanden werden vanaf nu bestuurd vanuit Brussel. Het individuele bestuur van de gewesten is vervangen door de Staten-Generaal: een bijeenkomst van vertegenwoordigers van alle gewesten. Veel Nederlanders vonden dit geen goed systeem. Het zorgde voor onrust.
De hervormers hadden in de Nederlanden ook veel aanhangers gekregen. Karel V wilde overigens dat iedereen katholiek was. Daarom liet hij plakkaten opstellen tegen de protestanten, die hij als ketters (iemand die zich niet aan de katholieke regels houdt) beschouwde. Een plakkaat uit 1550 was zo streng dat het bekend staat als het Bloedplakkaat: een veroordeelde ketter die zijn fouten erkende, werd onthoofd of levend begraven, maar wie zijn fouten niet erkende, belandde op de brandstapel. De stadsbesturen die de plakkaten moesten uitvoeren, deden dit vaak niet, want ze vonden het bloedplakkaat veel te streng. Bovendien wilden ze liever geen regels volgen die ze vanuit Brussel kregen.
Karel V trad af in 1555, want na 40 jaar was hij het besturen, oorlog voeren en reizen zat. Hij verdeelde zijn gebieden: Ferdinand werd keizer van het Duitse Rijk en Filips II werd koning van Spanje en landsheer over de Nederlanden. Filips was tijdens zijn regeerperiode vooral bezig met Spanje. Het bestuur van de Nederlanden liet hij over aan zijn halfzuster Margaretha van Parma die landvoogdes werd. Vanuit Spanje probeerde Filips de controle over het bestuur te bewaren. Hij verbood Margaretha bijvoorbeeld de Staten-Generaal bijeen te roepen, omdat die volgens hem te veel eisen stelden. Daarnaast eiste hij dat het Bloedplakkaat strikt zou worden nageleefd, wat voor veel onrust zorgde. De opstand over de vervolging van ketters door de inquisitie werd steeds groter.
# Begrippenlijst en tijdsvolgorde
Humanist | Geleerde die de klassieke cultuur en literatuur bestudeerde en imiteerde. |
---|---|
Hervorming of reformatie | Poging om iets te doen aan de problemen binnen de katholieke kerk, die leidde tot de stichting van de protestantse kerk (ook Reformatie genoemd). |
Protestant | Behorend tot het deel van het christendom dat in navolging van Luther, Calvijn en andere hervormers het gezag van de paus verwerpt. |
Predikant | Iemand die in een protestantse kerk de dienst leidt (dominee). |
Landsheer | Heerser over een gebied dat geen koninkrijk is. In de Nederlanden wordt de titel gebruikt om alle titels van Karel V en Filips II mee samen te vatten. |
Gewest | Gebied in de Nederlanden met eigen bestuur, regels en privileges (provincie). |
Staten (gewestelijke) | Bijeenkomst van de afgevaardigden van de geestelijkheid, adel en steden in een gewest (in de tijd van de Republiek ontbrak de geestelijkheid). |
Privilege | Speciale recht dat een persoon, stad of gewest kreeg van de landsheer. |
Landvoogd(es) | Vervang(st)er van de landsheer, verantwoordelijk voor alle gewesten in de Nederlanden. |
Staten-Generaal | De afgevaardigden van alle gewestelijke Staten bij elkaar. |
plakkaat | Openbare bekendmaking. |
ketter | Iemand die zich niet houdt aan de officiële leer en regels van de Kerk. |
inquisitie | Organisatie binnen de katholieke kerk die zich bezighield met het opsporen en veroordelen van ketters. |
##