Naar alle leermiddelen

NST - H4 - TW4

De stroomkring

Als je een apparaat wilt laten werken op stroom, moet je een gesloten stroomkring maken: er mag geen opening in zitten. Als de stroomkring open is, kan de lading niet bewegen. Stoffen waar stroom gemakkelijk doorheen kan lopen, heten geleiders, zoals alle metalen en koolstof. Stoffen die stroom niet of heel slecht doorlaten, heten isolatoren, zoals rubber, glas en plastic.

Stoomsterkte, spanning en vermogen

De stroomsterkte is de hoeveelheid stroom die door een kabel gaat. De spanning is de “druk” van de stroom. Het vermogen is hoeveel elektrische energie een apparaat in een seconde verbruikt. Hieronder vind je meer informatie over deze grootheden.

Grootheid Letter Eenheid Afkorting eenheid
Stroomsterkte I Ampère A
Spanning U Volt V
Vermogen P Watt W

Spanningsbronnen en condensatoren

Een spanningsbron is het onderdeel van een stroomkring dat spanning levert, zoals een batterij of zonnepaneel. In een condensator kun je lading opslaan. De condensator levert geen constante spanning. Als je batterijen in serie schakelt door de pluspool aan de minpool te verbinden, kun je de spanningen bij elkaar optellen. Maar als er een batterij verkeerd is geplaatst, moet je de spanning van die batterij aftrekken van de rest.

Schakelingen

In een schakelschema gebruik je symbolen. Die zie je hieronder:

In een serieschakeling staan de apparaten achter elkaar. In een parallelschakeling staan de apparaten naast elkaar. Als 1 apparaat dan stuk gaat, doen de andere apparaten het nog wel, want er is nog een andere stroomkring.

Hier zie je hoe de stroomsterkte en spanning werken in verschillende schakelingen:

  Serieschakeling Parallelschakeling
Stroomsterkte Overal even groot Verdeeld over de gebruikers
Spanning Verdeeld over de gebruikers Overal even groot

Veilige spanningen

De netspanning uit het stopcontact in Nederland is 230 V. Deze spanningen kunnen levensgevaarlijk zijn. Veel apparaten werken op een veel lagere spanning. Je hebt dan een transformator nodig die de spanning omzet.

Formules

Het vermogen kun je berekenen met de formule $P = U \bullet I$.

De stroomsterkte kun je berekenen met de formule $I = \ $$\frac{P}{U}$.

De spanning kun je berekenen met de formule $U = \ $$\frac{P}{I}$.

Begrippenlijst

lading Hoeveelheid elektriciteit
geleider Stof waar een elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan lopen
isolator Stof die een elektrische stroom niet of heel slecht doorlaat
schakelaar Apparaat waarmee je een stroomkring kan openen en sluiten
stroomkring Het geheel van apparaten waar stroom doorheen kan lopen
stroommeter Meter voor stroomsterkte
stroomsterkte De hoeveelheid lading die per seconde voorbijkomt
herbruikbare batterij Een batterij die je opnieuw kunt opladen.
netspanning De spanning die op stopcontacten staat (in Nederland is dit 230 V)
spanning Een soort ‘elektrische druk’
spanningsbron Het onderdeel van een stroomkring dat de spanning levert
spanningsmeter Meter voor spanning
transformator Apparaat dat netspanning omzet in een andere spanning
bronspanning De spanning van de spanningsbron
parallelschakeling Een schakeling met meerdere stroomkringen
schakelschema Tekening van een schakeling, met symbolen
serieschakeling Een schakeling die bestaat uit één stroomkring zonder vertakkingen.
vermogen Het elektrisch energieverbruik van een apparaat per seconde.