Naar alle leermiddelen

NE - SO WSD H1&2

Theorie

Woordraadstrategieën

Beeldspraak: vergelijkingen, metaforen en personificaties

Vergelijking

Je vergelijkt een beeld (b) en een object (o)

Je vergelijkt twee dingen die iets gemeen hebben: het object (o) en het beeld (b). Het object komt uit de werkelijkheid. Bij een vergelijking worden meestal signaalwoorden gebruikt zoals: als, zo … als, lijkt wel, is net & een … van een …

Pieter (o) is zo lang als een giraffe (b).

Metafoor

Een metafoor is eigenlijk een speciale vergelijking, want het object wordt weggelaten.

Er is nog steeds een overeenkomst tussen het weggelaten object en het beeld dat je wil scheppen. Een werkwoord kan ook een metafoor zijn. Ook spreekwoorden zijn metaforen.

Ik wil niet naast die heks (b) zitten!

Personificatie

Een levenloos iets krijgt een menselijke eigenschap.

Deze brief vertelt wat er gaat gebeuren.

Beeldspraak: metonymie

Metonymie is een vorm van beeldspraak, waarbij je iets anders zegt dan je eigenlijk bedoelt.

De school besloot dat snoep verboden is. (alleen het bestuur heeft dat besloten)

Het hele hotel keek naar de wedstrijd

Woordenlijst

Beeldspraak Manier van zeggen waarbij je beelden gebruikt
Ofschoon Hoewel
Aan de hand van Door middel van
Onmiskenbaar Heel duidelijk
Unicum Iets unieks
Kennelijk Blijkbaar
Forensisch Strafrechtelijk
Corresponderen Overeenkomen
Uitsluitsel Opheldering
Ten behoeve van Voor
Analyse Onderzoek naar hoe iets in elkaar zit
Detecteren Opsporen
Illustreren Laten zien
Geestelijk vader Bedenker
Stereotiep Kenmerkend
Doeleinde Doel
Plagiaat Namaken zonder bronvermelding
Gewiekst Slim
Suggereren Voorstellen alsof
Cruciaal Beslissend, doorslaggevend
Constructie Bouwsel, Maaksel
Profiel Persoonsbeschrijving
Onwillekeurig Automatisch, zonder erover na te denken
Identiteit Eigen karakter
Potentieel Mogelijk
Coherent Samenhangend
Ontzeggen Weigeren, verbieden
Zo gezond als een vis Heel gezond
Zo kaal als een biljartbal Heel kaal
Zo gek als een deur Heel gek
(lopen) als een trein Snel kunnen lopen
Zo stijf als een plank Heel stijf
De appel valt niet ver van de boom Een kind heeft dezelfde eigenschappen en karakter als zijn/haar ouders
Appels met peren vergelijken Zaken vergelijken die amper vergeleken kunnen worden
Zo arm als een kerkrat Heel arm
Zo doof als een kwartel Heel doof
Zo dronken als een tor Erg dronken
Zo fris als een hoentje Heel fris
Zo glad als een aal Zeer glad
Zo koppig als een ezel Erg koppig
Zo moe als een hond Heel moe
Zo trots als een pauw Zeer trots
Zo rood als een kreeft Erg rood
Zo mak als een lammetje Heel mak
Zo blind als een mol Totaal blind
Zo sterk als een paard Heel sterk
Zo dood als een pier Helemaal dood
Zo vies als een varken Heel vies
Zo dom als het achterend van een varken Ontzettend dom
Zo vrij als een vogel (in de lucht) Heel vrij
Zo bang als een wezel Erg bang
Hoge bomen vangen veel wind Een machtig persoon krijgt vaak veel kritiek
Van een mug een olifant maken Kleine problemen erg groot maken
Als een rat in de val Gevangen zijn
Om de tuin leiden Bedriegen
Onder de loep nemen Kritisch bekijken
Een hoge vlucht nemen Veel ontwikkelen
Door de mand vallen Betrapt worden
Een pluimpje krijgen Lof verdienen
Zo lek als een mandje Totaal lek
Zo slank als een den Zeer slank
Afgaan als een gieter Een heel gek figuur slaan
Stelen als de raven Veel stelen
Zwijgen als het graf Hardnekkig zwijgen
Zo wit als een doek Heel bleek
Lachen als een boer die kiespijn heeft Met een zuur gezicht lachen
Gillen als een mager varken Hard en hoog gillen
Penibel Hachelijk; gevaarlijk
Weerzinwekkend Afgrijselijk
Fortuinlijk Gelukkig; geluk hebbend
Toedracht Gang van zaken
Meedogenloos Hard; zonder medelijden
Gedesoriënteerd De weg kwijt
Prefereren Liever willen; de voorkeur geven aan
Desolaat Totaal verlaten
Beproeving Heel onaangename ervaring die iemand moet doormaken
Ontbering Gebrek aan essentiële levensmiddelen (eten, drinken, enz.)
Proviand Eten en drinken dat men bij zich heeft
Uitrusting Alles wat je nodig hebt voor bijvoorbeeld een tocht
Onderkomen Plek voor de nacht
Bestand zijn tegen Sterk genoeg zijn in geval van, resistent zijn tegen
Foerageren Voedsel zoeken en eten
Tuig Materiaal dat je nodig hebt bij het vissen
Prioriteit Wat het belangrijkste is
Reflectie (over iets) nadenken, beschouwing
Ondervinden Moeilijke test die je moet doorstaan
Afleiding Iets te doen waardoor je je niet steeds zorgen maakt
Speculeren Verwachtingen geven
Devies Leus, zinspreuk
Primitief Zeer eenvoudig
Capaciteit Vermogen, geschiktheid
Inefficiënt Niet doelmatig
Zo sterk als een beer Zeer sterk
Erin gaan als koek Wat heel graag gegeten wordt
Honger maakt rauwe bonen zoet Als je honger hebt smaakt zelfs vies eten goed
Door het oog van de naald kruipen Ternauwernood aan een gevaar
Aan het verkeerde adres zijn Niet krijgen wat je hebben wilt of verwacht te krijgen doordat je bij de verkeerde persoon bent
Ten prooi vallen Het slachtoffer worden van
Inslaan als een bom Als een grote en schokkende verrassing komen