Naar alle leermiddelen

AK - 1.1&1.2

Grote economische veranderingen

De productie in westerse landen neemt af. Deze productie verschuift naar de BRICS landen: Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. Vooral westerse bedrijven verplaatsen hierheen, want de lonen zijn lager, er is een groeiende afzetmarkt (meer manieren om producten te verkopen) en de koopkracht (de waarde van het geld dat je te besteden hebt) stijgt. Het kerngebied van de wereldeconomie verschuift dus (global shift), waardoor een multipolaire wereldeconomie kan ontstaan (een economie waarbij er meerde kerngebieden zijn).

Door de verplaatsing van bedrijven wordt de productieketen (onderdelen van een productieproces) opgedeeld, wat zorgt voor meer wereldhandel.

Producten worden sneller geleverd en er is betere communicatie, waardoor het onnodig is om grote voorraden aan te leggen: producten worden just-in-time geleverd.

Ook de WTO (Wereldhandelsorganisatie) zorgt voor meer wereldhandel, door te zorgen voor minder heffingen en het verdwijnen van handelsgrenzen. Dit kan wel een handelsoorlog veroorzaken: waarbij landen elkaars producten zwaarder belasten, om buitenlandse concurrentie te voorkomen.

Door de groeiende wereldeconomie versnelt de globalisering: gebieden worden steeds meer verbonden.

De ontwikkelingen van de wereldeconomie

In de 16e eeuw werden Europese koloniën gebruikt voor handelskolonialisme: de koloniën worden gebruikt om grondstoffen te importeren. Tussen 1800 en 1950 werden de koloniën vooral gebruikt voor het industrieel kolonialisme: de koloniën worden gebruikt om grondstoffen te importeren en om producten te verkopen. Na de Tweede Wereldoorlog weren veel koloniën zelfstandig (dekolonisatie). Tijdens de Koude Oorlog vormen zich 3 blokken in de wereld: het westerse blok, het communistische blok, en de ontwikkelingslanden. Handel gebeurt dan voornamelijk in het blok.

Na de Koude Oorlog komt er een vrijemarkteconomie, waarbij ondernemers vrij zijn om te handelen. Bij een vrijhandel worden handelsgrenzen zoveel mogelijk weggenomen, waardoor landen zich kunnen specialiseren, en grote bedrijven kunnen groeien.