EN - H6
Grammatica
Woordvolgorde
Bijwoorden kunnen verschillende dingen aangeven:
-
Plaats
Bijwoorden over plaats komen aan het eind van een zin. -
Tijd
Bijwoorden over tijd komen aan het eind van een zin, of aan het begin van een zin als de nadruk op de tijd ligt.
- Bijwoorden over plaats komen altijd voor tijd.
-
Mate
Bijwoorden die aangeven in welke mate iets gebeurt (very, really, incredibly, enz.) komen voor het woord waar ze iets over zeggen. -
Hoe
Bijwoorden die aangeven hoe iets gebeurt komen vaak na het hoofdwerkwoord. Als er een voorwerp in de zin staat komt het bijwoord daarna. Bij lange zinnen komt het bijwoord voor het hoofdwerkwoord.
- Bijwoorden over hoe iets gebeurt komen voor een plaats en/of tijd. De juiste volgorde is dus hoe → plaats → tijd.
- Regelmaat
Bijwoorden die aangeven hoe vaak iets voorkomt (always, never, often, enz.) komen voor het hoofdwerkwoord of na een vorm van to be. Deze bijwoorden kunnen ook aan het eind of begin van een zin staan bij extra nadruk. Dit kan alleen bij frequently, occasionally, often, sometimes, usually en normally.
The passive
Je gebruikt de passive om nadruk te leggen op wat er gebeurt, in plaat van wie iets uitvoert. In het Nederlands kun je dit ook doen met de bedrijvende en lijdende vorm.
De passive is in de present simple to be + voltooid deelwoord: the dog is found by us.
In de past simple is de regel was / were + voltooid deelwoord: the dog was found by us.
If-sentences
- Zero conditional: voorwaarde → volledig zeker gevolg
If + present simple & present simple
When you mix yellow and red, you get orange.
-
First conditional: voorwaarde → waarschijnlijk gevolg
If + present simple & will + hele werkwoord
If we catch the bus, we will get there faster. -
Second conditional: onwaarschijnlijke voorwaarde → gevolg
If + past simple & would + hele werwoord
If we caught the bus, we would get there faster.
Als je *to* be gebruikt in de *if*-zin, moet je in **alle** gevallen *were*(*n't*) gebruiken (alleen bij de second conditional).
Woordenlijst
(bachelor)student | undergraduate | koloniaal | colonial |
---|---|---|---|
(bedekte) toespeling | innuendo | komiek | comedian |
(een beetje) brutaal | cheeky | komische serie | sitcom (situation comedy) |
(je doel) in het oog houden | to keep one’s eye on the ball | kunstvoorwerp | artefact |
(keizer)rijk | empire | latere / eind | late |
(on)eerlijk | (un)fair | merkwaardig | remarkable |
(positie in een) ranglijst | ranking | met een knipoogje | tongue-in-cheek |
(sociale) klasse | class | middelbareschooldiploma | diploma |
(veld)slag / strijd | battle | middeleeuws / zeer ouderwets | medieval |
aantrekken | to draw in | moderniteit | modernity |
achtergrond | background | moeilijk / zwaar | tough |
achterstand oplopen (met) | to fall behind (in) | mop / geintje | gag |
afgestudeerde / masterstudent | graduate | natuurkunde | physics |
afgezaagd | stale | neerbuigendheid | condescension |
afstuderen / diploma halen | to graduate | nek aan nek zijn | to be neck and neck |
alfavakken / letteren- en geesteswetenschappen | arts and humanities | niet iets om te lachen | no laughing matter |
antiek | antique | Noormannen / Vikingen | Vikings |
archeologie | archaeology | oeroud / van de oudheid | ancient |
atheneum | grammar school | om je kapot te lachen | side-splitting |
bedoeling | intent | onderwerp (van studie) | field of study |
bekakt / chic | posh | onderzoek | study |
belachelijk | ridiculous | onderzoeken | to research |
beroepsonderwijs / mbo | vocational education | ongeletterd | illiterate |
beschaving / cultuur | civilisation | oorlog | war |
bestaan | existence | openbare | state / public |
bètavakken / exacte vakken | STEM subjects | opscheppen | to boast |
bijdragen (aan) | to weigh in (on) | overblijfsel / reliek | relic |
bijhouden | to keep up with | overdrijven | to exaggerate |
bovenbouw vwo | sixth form | overstijgen | to exceed |
buitengewoon vermakelijk | a bundle of laughs | overwinnaar | victor |
burgeroorlog | civil war | particulier / privé- | private |
clou / rake slotzin | punchline | plagen | to tease |
cursus | course | presentatie houden | to give a presentation |
cynisch | cynical | prestatiegericht | competitive |
de (vroege) Middeleeuwen | the Dark Ages | privé-grap / inside joke | in-joke |
de draak steken met | to make fun of | rechten | law |
de Grote Depressie | the Great Depression | regels | regulations |
de Middeleeuwen | the Middle Ages | reputatie | reputation |
de Normandische verovering | the Norman Conquest | rivaliteit | rivalry |
de Reformatie / de kerkhervorming | the Reformation | saai / muf | stuffy |
de Renaissance | the Renaissance | samenwerking | collaboration |
de Restoratie | the Restoration | sarcasme | sarcasm |
de roerige jaren twintig | the Roaring Twenties | satirisch | satirical |
de spot drijven met | to poke fun at | scheikunde | chemistry |
de Verlichting | the Enlightenment | schertsend / spottend | facetious |
discussiëren / debatteren | to debate | scriptie | thesis |
domineren | to dominate | serieus | earnest |
droog / spottend | wry | sketch / kort toneelstukje / verhaal | sketch |
droogkomisch | dead-pan | speels | playful |
een gevoel voor humor hebben | to have a sense of humour | techniek | engineering |
eeuw | century | tegelijkertijd | at the same time |
einddiploma | GCSE | tegen elkaar opnemen | to go head-to-head |
eindexamen | A-levels | tegenover elkaar staan | to face off against |
er was eens | once upon a time | tijdperk | period |
erfgoed | heritage | tijdperk | era |
erg goed doen | to nail | toegeven / erkennen | to concede |
erkenning | recognition | toelaten | to admit |
gaan naar / bijwonen | to attend | toeschouwer | spectator |
geestig / gevat | witty | uit het hoofd leren | to learn by heart |
gelijke kansen hebben | to be on a level playing field | universitair diploma | degree |
gesticht worden | to be founded | universiteit | university |
getuigschrift / diploma | qualification | vals | vicious |
gevecht / strijd | fight | verpletteren | to crush |
giechelen | to giggle | verstandig | sensible |
gniffelen | to chortle | verzamelobject | collector’s item |
Gotiek / gotisch | Gothic | verzoek tot toelating indienen | to apply for |
Grapje! | Just kidding! | voor de lol | for a laugh |
grappig om te lachen of apart grappig | funny ha-ha or funny peculiar | voorloper zijn | to be ahead of the game |
handel | trade | voorstellen | to propose |
heftig / hevig | fierce | vroege | early |
het Regentschap | the Regency | wedijveren / meedingen | to compete |
het uitvechten | to battle it out | strijd tussen universiteiten van Oxford en Cambridge | varsity match |
hilarisch | hilarious / hysterical | weerstand bieden tegen | to fight off |
hoger onderwijs | tertiary education | weerstand / verzet | resistance |
hoorcollege | lecture | werkgroep / werkcollege | seminar |
idee | idea | wijsneus | smart alec |
in de moeilijkheden zitten | to be up against it | wijsneus | wise guy |
in het bezit zijn (van) | to be in possession (of) | woordspeling | pun |
inhalen | to overtake | zegevieren | to triumph |
inschrijven voor | to apply to | zelfspottend | self-deprecating |
jaarlijks | annual | zonder humor | humourless |
kanshebber | contender | zwemmen of verzuipen | to sink or swim |
klein werkcollege | tutorial |
Zinnenlijst
Goedemorgen. Ik ben Robert en ik ga iets vertellen over mijn favoriete boek. | Good morning. I’m Robert and I’m going to tell you about my favourite book. |
---|---|
Vandaag ga ik het hebben over een boek. | Today I’m going to talk to you about a book. |
Voordat ik begin, weet iemand wie het boek heeft geschreven? | Before I start, does anyone know who wrote the book? |
Zoals jullie misschien al weten, is het geschreven door J.R.R. Tolkien. | As you may know, it was written by J.R.R. Tolkien. |
Dit zijn de onderwerpen die ik ga bespreken tijdens mijn presentatie. | These are the points I’ll cover in my presentation. |
Mijn presentatie bestaat uit vier delen. Ik ga het eerst hebben over de achtergrond. | My talk is divided into four parts. First, I’ll talk about the background. |
Ik ga beginnen met wat algemene informatie over het boek. | I’ll start with some general information about the book. |
Daarna gaan we kijken waar het verhaal zich afspeelt. | Then we’ll look at the setting. |
Vervolgens gaan we kijken naar de personages en, ten slotte, de plot. | After that, we’ll look at the characters and finally, the plot. |
Dit brengt mij bij mijn volgende punt: de setting. | This leads me to my next point, which is the setting. |
Nu wil ik het graag hebben over de setting. | Now I’d like to talk about the setting. |
Goed. Laten we verdergaan met het volgende onderdeel. | Right. Let’s move on to the next part. |
Dus, om het samen te vatten, dit waren de hoofdpunten van mijn presentatie. | So, to summarise, these were the main points of my presentation. |
Ik wil graag afsluiten door te zeggen dat het een prachtig boek is. | I’d like to conclude by saying it’s a wonderful book. |
Daarmee kom ik aan het einde van mijn presentatie. Bedankt voor jullie aandacht. | That brings me to the end of my presentation; thanks for your attention. |
Dank jullie wel voor het luisteren. | Thank you all for listening. |
Aan het einde van mijn presentatie beantwoord ik graag eventuele vragen. | I’ll be glad to answer any questions at the end of my presentation. |
Als je vragen hebt, stel ze gerust. | If you have any questions, please don’t hesitate to ask. |
Voor ik verderga met het volgende punt, heeft iemand nog vragen? | Does anyone have any questions before I move on to my next point? |
Ik beantwoord nu graag jullie vragen. | I will be happy to answer your questions now. |
Als ik zou verliezen, zou ik enorm balen. | If I were to lose, I would be crushed. |
Als jij eerste wordt, eet ik mijn pet op. | If you take first place, I’ll eat my hat. |
Ze zullen de trofee niet krijgen als ze niet winnen. | They won’t get the trophy if they don’t win. |
Wij zullen jouw team zonder twijfel met een grote voorsprong verslaan. | No doubt we’ll beat your team by miles. |
Het is onwaarschijnlijk dat ze gelijk zullen komen met hun rivalen. | It’s unlikely that they’ll catch up with their rivals. |
Ik wed dat we ze weer zullen verslaan. | I’ll bet we defeat them again. |
Ik neem aan dat we eerste zullen worden. | I imagine we’ll take first position. |
We kunnen met geen mogelijkheid winnen. | There’s no chance of us winning. |
Het zal waarschijnlijk een nek-aan-nekrace worden. | In all probability it will be a head-to-head match. |
Het zou mij niets verbazen als zij de wedstrijd verloren. | I wouldn’t be surprised if they lost the competition. |