Naar alle leermiddelen

GS - SO 3.2&3.3

De nieuwe industrie

Aan het eind van de 19e eeuw werd de middenklasse belangrijk, dit waren bijv. handelaren, ondernemers en professoren. Koningen en keizers hadden nog steeds veel macht. In deze periode werden de omstandigheden van industriearbeiders beter: ze kregen meer geld en meer vrije tijd. Er waren nog steeds arbeidsconflicten door stakingen en demonstraties.

Nationalisme en onafhankelijkheid

Het Duitse Keizerrijk werd door Wilhem I uitgeroepen na een oorlog met Frankrijk. Het grondstofrijke gebied Elzas-Lotharingen werd nu Duits. Het Duitse keizerrijk kwam er grotendeels door nationalisme: trots zijn op je land en je cultuur. Oostenrijk-Hongarije en het Turkse Rijk waren veelvolkerenstaten: er waren veel verschillende nationalistische volken. Dit zorgde voor onafhankelijke landen, en gebieden met zelfbestuur.

Imperialisme en militarisme

Duitsland was rond 1900 een industrieel land. Wilhem II wilde meer kolonies, dus ze vergrootte hun legers. Door dit imperialisme van Duitsland werden Frankrijk en Groot-Brittannië onrustig, want zij hadden al veel koloniën. In deze tijd kwamen er snel meer en sterkere wapens: militarisme. Dit alles zorgde voor veel spanningen. Door deze spanningen ontstonden bondgenootschappen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië vormden de Driebond (later de Centralen). Frankrijk, Rusland en Groot-Brittannië vormden de Triple Entente (later de Geallieerden).

Het Schlieffenplan

Duitsland was bang voor een tweefrontenoorlog met Frankrijk en Rusland. Het Schlieffenplan was hun plan om dit te voorkomen. Ze zouden Frankrijk aanvallen via België en Luxemburg, omdat de Franse grens goed verdedigd was. Ze dachten dat de Russen 6 weken nodig zouden hebben om hun leger klaar te maken, zodat ze ondertussen Frankrijk konden verslaan.

Een moordaanslag

Franz Ferdinand (de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije) werd tijdens een bezoek aan Sarajevo door Gavrilo Princip doodgeschoten. Oostenrijk-Hongarije eiste een onderzoek naar de aanslag, met 8000 soldaten. Servië weigerde, want ze dachten dat Oostenrijk-Hongarije zou binnenvallen. Duitsland steunde Oostenrijk-Hongarije, en Rusland en Frankrijk steunde Servië. Toen Servië nogmaals de eis van Oostenrijk-Hongarije negeerde, kwam er oorlog. Dit leidde tot de activatie van het Schlieffenplan, wat leidde tot een oorlog tussen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, en Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland.

Het begin van de Grote Oorlog

De Duitse inval van Frankrijk in België verliep moeizaam, door slechte wegen en slechte communicatie. Frankrijk en Groot-Brittannië stuurde erg snel veel troepen, en ook Rusland mobiliseerde snel. Er kwam dus toch een tweefrontenoorlog. In Frankrijk en België kwam er een loopgravenoorlog, waarbij beide partijen sterk verdedigd zijn, en er weinig beweging is in het front.

Kenmerkende aspecten en oorzaken & gevolgen