Naar alle leermiddelen

GS - H6 - TW2

Italiaans fascisme

Na WO1 kregen Italiaanse onderhandelaars weinig gedaan tijdens de vredesbesprekingen. Er was een economische en politieke crisis, waardoor er veel stakingen waren. Deze werden neergeslagen door de zwarthemden: voormalige frontsoldaten. Zij richtten samen met Benito Mussolini de Fascistische Partij op. Deze partij kreeg veel steun op straat, en van de Italiaanse elite. Mussolini besloot met zijn aanhang naar Rome te marcheren. Omdat de Italiaanse koning een burgeroorlog wilde voorkomen, droeg hij de macht over aan Mussolini in 1922.

Het fascisme ontwikkelde zich tot een ideologie, waarin militarisme, nationalisme en een sterke leider centraal stond. Individuele belangen werden in Italië onderschikt aan het belang van de staat. Italië veranderde naar een totalitaire samenleving, waarin politieke tegenstanders werden gevangengezet of vermoord. Een combinatie van propaganda en censuur leidde tot de indoctrinatie van het volk.

Hitlers ideologie

Ook in Duitsland was er veel woede na het verdrag van Versailles. Veel Duitsers gaven de schuld aan communisten, socialisten en Joden: de dolkstootlegende. Volgens Hitler kon alleen een sterke leider de orde herstellen. Na de machtsovername in Italië, maakte Hitler plannen om hetzelfde te doen. In 1923 deed hij een poging tot een staatsgreep in München, maar deze bierkellerputsch faalde, en Hitler werd veroordeeld tot 5 jaar cel. Hij hoefde maar 1 jaar in de gevangenis te zitten, en de staatsgreeppoging kon rekenen op veel sympathie.

Tijdens zijn tijd in de gevangenis schreef Hitler het boek Mein Kampf, waarin hij vastlegde wat zijn plannen waren voor Duitsland: er moest een sterke leider komen. Het was gebaseerd op het Italiaanse fascisme, maar Hitler voegde ook racisme toe. Hitler beweerde dat elk ras een eigen ruimte nodig heeft: Lebensraum. Hij was ook van mening dat het Germaanse (of Arische) ras superieur was. Het Duitse volk kon volgens Hitler alleen overleven zonder Joden.

De nazi’s kregen in 1933 de macht in Duitsland.

Op weg naar oorlog

Hitler maakte een herbewapeningsprogramma, waardoor Duitsland een miljoenenleger kreeg. Duitsland en Italië sloten een vriendschapsverdrag. Hitler positioneerde het Duitse leger in het grensgebied met Frankrijk. Vanaf 1938 zette Hitler zich op zijn Heim ins Reich-politiek: alle Duitssprekende gebieden moesten bij Duitsland horen. Oostenrijk sloot zich vrijwillig aan, en de logische vervolgstap was het Sudetenland in Tsjechoslowakije. Frankrijk en Groot-Brittannië hadden beloofd de Tsjechoslowaakse onafhankelijkheid te beschermen. Op de Conferentie van München kreeg Hitler zijn zin, maar hij mocht geen verdere veroveringen doen. Slechts een paar weken later viel hij andere delen van Tsjechoslowakije aan. De Brits-Franse appeasementpolitiek faalde.

De oorlog start

Duitsland sloot in het geheim een niet-aanvalsverdrag met de Sovjet-Unie: het Molotov-Ribbentroppact. In dit verdrag werd ook Polen verdeeld. Een week later viel Duitsland Polen binnen, en de Britten en Fransen verklaarden de oorlog op 1 september 1939.

In het voorjaar van 1940 viel Duitsland in een Blitzkrieg Noorwegen, Denemarken, Nederland, België en Frankrijk aan. Dit kon doordat het Duitse leger erg modern en groot was.

Een wereldwijde wereldoorlog

Ook in Noord-Afrika werd er veel gevochten, want veel landen hadden daar nog koloniën.

In 1941 verbrak Duitsland het Molotov-Ribbentroppact, en viel de Sovjet-Unie binnen. Voor Hitler was deze strijd niet alleen een uitbreiding van zijn rijk, maar ook een strijd tegen communisme. Deze Operatie Barbarossa (vernoemd naar een Duitse kruisvaarder) was in eerste instantie succesvol. Doordat de Duitse aanvoerlijnen naar het front steeds meer onder druk kwamen te liggen, had het Duitse leger het in de winter van 1942 - 1943 erg zwaar. Het Duitse leger werd uiteindelijk verslagen bij Stalingrad.

Ook Japan mengde zich in de oorlog. Ze vielen de Amerikaanse haven Pearl Harbor aan, en ook veel gebieden in Azië, waaronder Nederlands-Indië.

Het einde

Na de aanval op Pearl Harbor sloot de VS zich aan bij de geallieerden. Ze vochten in eerste instantie in Azië en Noord-Afrika. Van de geallieerden leverde de Sovjet-Unie de meeste soldaten.

Op D-day (officieel Operatie Overlord) vielen de geallieerden Duitsland massaal aan op de stranden van Normandië (noorden van Frankrijk). Vanuit daar vochten Britse, Amerikaanse, Canadese en Poolse soldaten zich een weg richting Duitsland. Ze vochten stevig door, maar ze hadden ook tegenslagen, zoals in de Ardennen en bij Arnhem.

In april 1945 bereikten de Sovjetsoldaten Berlijn. Een maand later pleegde Hitler zelfmoord, waarna Duitsland zich overgaf. De oorlog was in Europa voorbij, maar in Azië nog niet. Daarom besloot de toenmalige president van de VS, Harry S. Truman, een atoombom te gooien op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki, waarna ook Japan zich overgaf.

De Tweede Wereldoorlog eindigde op 15 augustus 1945.

De inname van Nederland

Na de Duitse aanval op Polen hoopte Nederland neutraal te blijven. Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger Nederland binnen. Het Nederlandse leger verloor veel terrein: alleen delen in het westen waren in Nederlandse handen. Duitsland eiste overgave van Nederland, anders zou Rotterdam gebombardeerd worden. Door een misverstand werd Rotterdam gebombardeerd voordat Nederland een keuze kon maken. Na dit bombardement tekende de opperbevelhebber van Nederland, generaal Winkelman, op 15 mei 1940 de Nederlandse overgave. De koningin en de regering waren naar Londen uitgeweken. De leider in Nederland werd de nazi Seyss-Inquart.

Aanpassen of samenwerken?

Seyss-Inquart hoopte op samenwerking van het “Germaanse broedervolk” in Nederland. Hij koos voor een fluwelenhandschoenpolitiek, waarbij er zo min mogelijk nadelen moesten zijn voor Nederlanders. De Nederlandse regering in Londen gaf ambtenaren de opdracht om zo veel mogelijk mee te werken met de Duitsers. Ook veel bedrijven pasten zich aan. Dit noem je accommodatie.

De bezetting werd snel grimmiger. In 1941 werden politieke partijen verboden, behalve de NSB van Anton Mussert. Samenwerken met de bezetter heet collaboratie.

In Amsterdam werden tijdens een razzia ongeveer 400 Joden opgepakt, waardoor de spanning snel toenam. Communisten riepen op tot een staking. Op deze Februaristaking werd met veel geweld gereageerd.

Er was ook een groot tekort aan Duitse arbeiders in de (oorlogs)industrie. Daarom werd een Arbeitseinstazztz ingevoerd. Om hier onderuit te komen doken ca. 330.000 Nederlandse mannen onder. Ook veel Joden doken onder, omdat de Duitsers steeds meer antisemitische maatregelen invoerden.

Spoorwegstaking en hongerwinter

Veel Nederlanders luisterden illegaal naar Radio Oranje en de Britse zender BBC. Hier werd verslag gedaan van oorlogsgebeurtenissen, maar er werden ook geheime boodschappen verspreid. Toen de BBC “de kinderen van Versteeg moeten onder de wol” aankondigde, wisten Nederlanders dat er een grote spoorwegstaking zou komen. Deze staking moest ervoor zorgen dat het Duitse leger moeilijk troepen en materieel konden verplaatsen.

Operatie Market Garden was een plan van de geallieerden om via lucht- en landaanvallen belangrijke bruggen in handen te krijgen. De operatie mislukte volledige. Door deze mislukking duurde het erg lang totdat de rest van Nederland werd bevrijd.

Door de spoorwegstaking waren er grote voedseltekorten in het westen. De winter van 1944-1954 was bovendien extreem koud, waardoor ongeveer 20.000 mensen stierven tijdens de Hongerwinter.

Antisemitisme

Volgens Hitler hoorden Joden nergens thuis in Europa. Ze zouden “te gast” zijn. Ook zouden Joden ziektes verspreiden, uit zijn op wereldmacht en willen niet werken.

De antisemitische propaganda werd erg fel. In 1935 werden de Neurenberger rassenwetten aangenomen, waarin was vastgelegd dat Joden niet mochten trouwen, geen seksuele relatie hebben, en ze verloren hun burgerrechten.

Deze systematische uitsluiting zag je ook terug tijdens de Kristallnacht, waarbij honderden Joden werden vermoord tijdens een Duitse volkswoede. Deze woede was ontstaan nadat een Joodse jongen een Duitse diplomaat had neergeschoten.

Ook in Nederland kwamen er steeds meer antisemitische maatregelen: alle Joden moesten een davidster dragen, er kwamen verbodsbordjes waar Joden niet mochten komen en een avondklok voor alle Joden.

In Polen werden alle Joden juist naar een bepaald landsdeel gestuurd, waar ze in overbevolkte getto’s moesten gaan wonen. Hierdoor vluchtten veel Poolse Joden Europa in, waar ze niet altijd werden opgevangen.

De Holocaust

Tijdens de eerste oorlogsjaren werden alleen in Oost-Europa Joden vermoord, soms 10.000 tegelijk. Hitler besloot al tijdens operatie Barbarossa dat alle 11 miljoen Joden moesten sterven.

De nazi’s besloten dit te doen met gaskamers in concentratiekampen. Volgens hen was dit “de eindoplossing” voor het “Jodenvraagstuk”.

Vanaf dat moment werden grote groepen Joden gedeporteerd naar doorvoerkampen (zoals Westerbork). Vanuit hier werden ze, meestal in veewagons, gedeporteerd naar werkkampen en naar vernietigingskampen. In de werkkampen werd slavenarbeid uitgevoerd in de Duitse oorlogsindustrie. Het grootste deel werd echter naar vernietigingskampen gedeporteerd, zoals Auschwitz-Birkenau. De Holocaust kostte 6 miljoen Joden het leven.

Tijdvak en kenmerkende aspecten

  1. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën fascisme en nationaalsocialisme.

  2. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.

  3. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.

  4. De Duitse bezetting van Nederland.

  5. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden.

1900 - 1950: Tijd van wereldoorlogen