Engelse taal en literatuur: Hoofdstuk 3
Grammatica
We krijgen geen grammatica-opgaven op de toets (wel woordenschatopgaven!), maar je moet wel de grammatica kunnen verwerken in de schrijfopdracht
The gerund
Een gerund is een werkwoord die als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt. Je maakt de gerund door werkwoord + -ing.
Je gebruikt de gerund:
- Als zelfstandig naamwoord: Swimming is an amazing sport.
- Na een mening: I love swimming.
- Na to start, to begin, to continue en to stop: I started swimming when I was 11 years old.
- Na voorzetsels, zoals after, before en at: I always take a shower after swimming in the pool.
- Na it’s no use, it’s (not) worth, don’t mind, to look forward to: I don’t mind paying for the swimming pool.
The future
Je kunt iets over de toekomst zeggen op verschillende manieren:
Future: will/shall | Will/shall + werkwoord |
---|---|
Iets gaat in de toekomst gebeuren Je denkt iets te gaan doen Na een wens, veronderstelling, belofte, aanbod of voorspelling | |
Future: present continous | To be + ww + -ing |
Plannen of afspraken waarvoor al voorbereidingen zijn getroffen | |
Future: to be going to | To be + going to |
Een bestaand plan Een duidelijke aanwijzing dat het gaat gebeuren | |
Future: present simple | Hele werkwoord, bij he/she/it + -s |
Vaste tijden |
The passive
De passive (lijdende vorm) maak je met een voltooid deelwoord en een vorm van to be. Je gebruikt de passive in de volgende gevallen:
- Het onderwerp ondergaat een handeling (the package will be sent on sunday), het is niet belangrijk wie deze handeling uitvoert
- Je kunt de persoon die de handeling uitvoert aangeven met by (the package will be sent on sunday by my friend)
- “Er” in een lijdende zin? Dan wordt in het Engels een ander woord het onderwerp
“Er is te weinig aandacht besteed aan de natuur” → “Too little attention has been paid to the nature” - Als je “er” gebruikt in een zin waar je ook men kan gebruiken, gebruik je in het Engels it.
“Er wordt gezegd dat de president opstapt” → je kunt men gebruiken (“men zegt dat …”), dus je zegt “It is said that the president will resign”. - Als je van een actieve naar een passieve zin gaat, zijn er meerdere opties voor het onderwerp
He told us a secret → A secret was told to us OF We were told a secret
Direct en indirect speech
Direct speech geeft letterlijk aan wat iemand heeft gezegd (citeren). Indirect speech beschrijft wat iemand gezegd heeft.
“Do you like the swimming pool?” (Direct) He asked if liked the swimming pool. (Indirect)
Bij het gebruik van de indirect speech moet je goed kijken naar de werkwoordstijden.
Present perfect continuous (Had been + ww + -ing)
Deze tijd geeft aan dat iets in het verleden te lang duurde.
Het schrijven van een brief (motivation letter)
- Begin met “Dear Mr./Ms. [achternaam]”
- In de eerste paragraaf schrijf je o.a. over het doel van je brief (I am writing with reference to …), je introduceert jezelf en je beschrijft je interesse in de vacature.
- In het middenstuk schrijf je over je vaardigheden, kennis en eerdere ervaringen. Ook schrijf je waarom jij de beste kandidaat bent, laat je enthousiasme voor de vacature en het bedrijf zien
- In het slot herhaal je jouw interesse en je kunt vragen stellen
- Je sluit af met “yours sincerely, [witregel] [je naam]” of met “kind regards, [witregel] [je naam]”
- Gebruik geen contractions: I’m, it’s
- Gebruik goede leestekens
- I (ik) altijd als hoofdletter
- Gebruik formeel taalgebruik, herhaal woorden niet
- Gebruik linking words (zie gramaticareferentieboekje)