Naar alle leermiddelen

Nederlandse taal en literatuur: Leestoets (Argumenten)

Standpunt en argument

De essentie van een overtuigende tekst is het standpunt. Dit is een mening, gedachte, visie of idee die de auteur wil overbrengen. Een standpunt kun je herkennen aan signaalwoorden als volgens mij, daarom, dus etc.
Een standpunt staat niet altijd expliciet in de tekst.

Het is niet te rechtvaardigen dat leerlingen zo veel naar school moeten
Standpunt: leerlingen moeten minder naar school

Een argument is een onderbouwing (of ontkrachting) van een standpunt.
Argumenten kunnen feitelijk of waarderend zijn.

Waarderende argumenten worden soms onderbouwd met feitelijke subargumenten:

De overheid moet meer investeren in het openbaar vervoer, want iedereen moet vervoer kunnen betalen, en in Nederland is meer dan 50% van de huishoudens afhankelijk van het openbaar vervoer.

Tegenargumenten ontkrachten een standpunt of argument. Je kunt een tegenargument ook weer ontkrachten: een weerlegging.

Argumentatiestructuren

Argumenten kunnen op verschillende manieren het standpunt ondersteunen. Zo’n argumentatiestructuur kun je weergeven in een blokjesschema.

Als je van boven naar beneden leest, betekenen de pijltjes want.
Als je van beneden naar boven leest, betekenen de pijltjes dus.

Je kunt ook een combinatie hebben van deze argumentatiestructuren, zoals een onder- en nevenschikkende argumentatie, dus met meerdere argumenten en met (een) subargument(en).

Argumentatieschema’s

Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen een standpunt en het argument.